2015 – heden: “Sculpturale Ruimtes”
Geboeid door de manier waarop wij onze omgeving construeren en welk leven daarin schuilt, ontstaan vanaf 2015 sculpturale ruimtes die bestaan uit lijnen, leegtes en objecten. Het contact onderling en de relatie met de ruimte is een focuspunt. De betekenis van de lijn wordt mede bepaald door wat er rondom haar gebeurt. Wanneer haar functie als afbakening wordt doorbroken, heft een begrenzing zich op.
Objecten bestaan bijna als sporen van de menselijk aanwezigheid. Zij geven een mogelijke associatieve functie aan de lijn en de ruimte. De lege ruimte kan het beeld oproepen van een plek, verblijfplaats, een kamer of een lichaam. Dat plaatst het beeld in een fysieke, architecturale of landschappelijke context. Mijn interesse ligt in het tijdelijke, fragiele, veranderlijke aspect daarvan.
2020 – heden : “Sculpturale Handelingen”
Vanuit de relatie tussen object en lijn ontstonden in enkele werken de weergave van een moment. Het stilstaand beeld (eigen aan sculptuur) deed beroep op beweging. Het object als oorzaak van beweging werd aanleiding tot sculpturale handelingen in een fotografische presentatie.
Met de relatie tussen beeld en sokkel heb ik al enige tijd gewerkt. Andere functies hadden de ondersteunende rol van de sokkel overgenomen. Op het moment dat mijn hand als sokkel ging bestaan (“Uplifting”, 2020) kwam het fotografische beeld in mijn werk waardoor de rol van de sokkel verder kon veranderen.
De poëtische expressie van Arte Povera en zijn speelse omgang met materialen appelleerde aan mijn aandacht voor sculpturale handelingen met objecten als sporen van de menselijke aanwezigheid. Het object lokt de levendigheid uit van het lichaam en geeft ons daardoor een andere kijk op onszelf. Waardeloze materialen die ik in mijn dagelijkse omgeving vind gaan samen met cultuurhistorische materialen.
Door dezelfde objecten soms in een andere context te plaatsen ontwikkelden zich nieuwe betekenissen. Dat maakt dat betekenis nooit vast staat en dus een tijdelijk karakter heeft. Series zoals bv. “You Look Like Me” en “She Was Here” incorporeren objecten die herinneren aan kwaliteiten van oudere kunstvormen zoals schilderkunst, architectuur en beeldhouwkunst waardoor het speelse en het ernstige kan samengaan. Het lichaam fungeert als een sculpturaal gegeven dat verbindingen aangaat.
1987 – 2002 : in situ
2002 – “Shortcut”: park van Puurs
Aanwezig: een wandelpad als afsnijding dat spontaan ontstaan is door bezoekers van het park.
Materiaal: tennis-brick
Positionering: 2 lijnen liggen als een architecturale tekening, als fundamenten langs beide zijden van dit pad.
Tentoonstelling: “Fieldwork & sculpture”
Curator: galerij Francis Van Hoof, Puurs
1999 – “Tell Me A Story” : Carrara, Italy.
Aanwezig: in een dorp vlakbij Carrara stond een leegstaand pand met in de kamer een oude tafel. Aan één zijde van de kamer was een dubbel raam.
Het dorp ligt in een kom tussen de heuvels. Op de daken waren nog zeer veel TV-antennes aanwezig.
Materiaal: op de tafel ligt als zendtuig een beeld in marmer met een lijn van rubber
Foto’s: een gelijkaardig “zendtuig” gefotografeerd in een Vlaams landschap.
Positionering: de plaatsing van de foto’s op de muur is een kopie van het raam in de kamer.
Tentoonstelling. “Notte e Giorno”
Curator: atelier SGF scultura
1990 – “Tombe – Tempo” : domein Kasteel van Halle-Zoersel
Aanwezig: de kruising van 2 wandelpaden.
Materiaal: gestapelde turfblokken tegen een houten constructie.
De wanden binnen zijn willekeurig beplakt met kranten als een knipoog naar de oude Egyptische schriftuur.
Binnen is centraal een open vierkanten uitsnijding in het dak waardoor regen, wind en bladeren naar binnen kunnen komen. Buiten staan 4 zuurstofflessen.
Positionering: het werk staat centraal op de kruising van 2 wandelpaden. Daardoor lopen de paden door het werk verder.
Tentoonstelling: “Zoersel ’90”
Curator: Bart De Baere, directeur Muhka
Citaat:
“Tombe-Tempo” overspant een vierarmig wandelpad in het bos. Op het houten geraamte zijn turfblokken gestapeld die de relatie leggen met het levende bos en het verleden. Het heden wordt benadrukt in de binnenzijde van de ‘mastaba’. De wanden zijn willekeurig beplakt met kranten en zijn tegelijkertijd een knipoog naar de meer consistente oude Egyptische schriftuur.”
Luuk Rademakers, 1990
1987 – “Confrontatie” : Conscienceplein, Antwerpen
Aanwezig: de kruising van lijnen op het plein
Materiaal: 3 identieke beelden in metaal.
Positionering: beeld geplaatst als concentrische cirkels, schaduwen als tijdsverloop.
Tentoonstelling: “Monumenta” – Beeld in de Stad, 19de Biënnale Middelheimmuseum, Antwerpen
Curator: Menno Meewis, voormalig directeur Middelheimmuseum.
Citaat:
“De installatie gaat een relatie aan met zijn omgeving. Het betekende een spiegeling van de stad aan haar oorsprong.
Tussen de drie beeldelementen ontstaat een intimiteit, een dialoog. Je kunt in het werk treden. De mens staat er centraal tussen de drie constructies die een correcte, op elkaar inwerkende en elkaar aanvullende opstelling hebben. Het schaduwbeeld introduceert tijd: de platen metaal die schuin geplaatst staan, registreren op een eigen wijze de loop van de zon.”
Luuk Rademakers, 1990All content © Jet de Kort 2020.